Foto (Bild) Frank Glaubitz

                                                           Essen :Mijn Zollverein (monument)                                                                                                                                                                                

                                               Mist u de hoofdpagina klik: hier

 

Dan aanrader : Kijkt u naar de foto’s  Grubenpferd ! en 2 bij paarden ondergronds op dit blad

Op het eind van dit blad een fotoreportage beschikbaar gesteld door mijn Kompel “Wolfgang Schubert “ in de Duitse mijn Achenbach.

 

 

Hier al een voorproef

 

                                              

Mijnbouw   (Versie 17-8-2005)  nieuwe foto’s en tekst worden nog ingevoegd ) 

Alle delfstoffen die aan de aarde wordt onttrokken vallen onder mijnbouw.

Voorbeelden van delfstoffen zijn bijvoorbeeld:

Vaste stoffen ;zout diamant ijzerertsen, grint,mergel, diamant,goud en in Suriname bauxiet maar er zijn er nog meer.

Vloeibaar; olie

Gassen: aardgas          

 

Geologie

De leer van aardkunde.

Deze leer omvat onder anderen het:

Berekenen van de ouderdom van onze planeet

Het ontstaan van de aarde

De vorming van gebergten

Ligging van ertsen gassen olie en zijn deze exploitabel.

                                                                      

Fossiel  Neuropteris gevonden Staatsmijn Emma/Hendrik ( Maurice de Graaf)

Het determineren van fossielen.

 

  Foto Geon

Carboonlandschap

 

Ontstaan steenkool  (Zie hieronder de uitwerking)

In het Carboontijdperk. Circa 300 miljoen jaren geleden is dat tijdperk begonnen en 80 miljoen jaren heeft dit tijdperk geduurd.

Nederland lag destijds waar Suriname zich nu bevindt.

De aarde is altijd in beweging en door bodemdaling kwamen bomen en planten onder water te staan.

Er kwamen deklagen over heen en door de tijd, druk en warmte ontstaat achtereenvolgens:

Hoogveen cq laagveen (Hoogveen ontstaat boven de zeespiegel in vennen, laagveen wordt gevormd onder de zeespiegel in grondwater

Vervolgens

- Turf

                        - Bruinkool

                        - Steenkool

- Antraciet

                        - Grafiet

Is er sprake van een druk van 40.000atmosfeer en 1000 graden hitte dan is het eindresultaat

                        - Diamant

 

 

Copyright Twist De Peel (foto 01) hoogveen

Kleur en ontstaan van bruinkool en vervolgens steenkool

Wat betreft de kleur van bruinkool: de vraag is niet zo moeilijk. Wanneer zich een dik plantenpakket kan ontwikkelen (vrijwel altijd in moerassige gebieden met voldoende grondwater of regenwater), dan groeien de nieuwe planten bovenop de oude. De oude planten sterven af en vormen een humus pakket waarin het grond- of regenwater blijft zitten (werking van een spons). Doordat de afgestorven planten onder water komen, kan er geen (of zeer weinig) verrotting plaatsvinden. De plantenresten blijven dus bewaard, terwijl zich daarboven steeds hoger nieuwe planten ontwikkelen.

Door het gewicht van de bovenliggende lagen worden de onderste pakketten steeds verder samengeperst. Zo ontstaat veen. Omdat het chlorofyl (bladgroen) tijdens dit proces, verkleuren de planten naar bruin. Puur veen ziet dan ook gewoonlijk bruin (als er veel slib tussen zit kan het grijs of zelfs zwartig worden). In dit veen zijn de planten nog zeer goed afzonderlijk te herkennen (en gewoonlijk ook te determineren).

Gaat de aangroei van planten lang door, dan kan zo een zeer dik pak veen ontstaan, soms tientallen meters dik. (Als veen ontgonnen wordt, spreken we in Nederland van 'turf'). Het gewicht van de bovenliggende veen- en plantenlagen is echter niet voldoende om het veen in bruinkool te veranderen. Dat gebeurt wanneer zich nieuwe sedimentpakketten op het veen afzetten (bijvoorbeeld wanneer het moerasgebied wegzakt in een slenk, of wanneer een moerassig kustgebied door een zeespiegelstijging overstroomt) Sedimentpakketten van zo een tien meter of meer zijn zo zwaar dat een echt inkolingsproces begint, waarbij water uit het pakket wordt geperst, en waarbij de organische bestanddelen beginnen te ontleden. Gasvormige koolwaterstoffen gaan dan ontsnappen (bekend van moerasgas, methaan), en ook vloeibare bestanddelen worden met het water uitgeperst. Het resultaat is dat het bruine veen verandert in (meestal) bruine bruinkool. Dat is - door het verlies aan vocht - veel harder geworden. Door het inkolingsproces gaan ook de specifieke kenmerken van de planten verloren. Je ziet nog wel duidelijk dat het gaat om plantaardig materiaal, maar gewoonlijk kun je met het blote oog geen soorten meer determineren.

Wordt het pakket nog veel dieper begraven, dan gaat het inkolingsproces verder. De organische verbindingen van het plantaardige materiaal worden daarbij langzaam afgebroken. Er ontstaan gassen die voornamelijk bestaan uit koolstof en waterstof, zoals methaan en ethaan (die hetzij ontwijken naar het aardoppervlak, hetzij opstijgen tot ze een ondoordringbare laag tegenkomen en daar - in de poriën van het onder de impermeabele gesteenten liggende lagen bewaard blijven als aardgas). Ook ontstaan er gasvormige verbindingen tussen koolstof en zuurstof (koolmonoxide en kooldioxide) die net als de andere gassen naar het aardoppervlak ontsnappen of als 'verontreinigingen 'in het aardgas terechtkomen.

Wanneer de verbindingen tussen koolstof en waterstof (met soms ook wat zuurstof) groter zijn, dan ontstaan vloeibare verbindingen die in de vorm van aardolie of natuurlijk asfalt (bitumen) ontsnappen of ook weer in een oliereservoir kunnen worden opgesloten.

Door dit inkolingsproces verdwijnen vrijwel alle zuurstof en waterstof. Omdat planten vrijwel geheel bestaan uit zuurstof, waterstof en koolstof, blijft op den duur vrijwel alleen koolstof achter: steenkool. Omdat koolstof zwart ziet, ziet steenkool ook zwart.

Dat is - kort samengevat - de reden van het kleurverschil tussen bruinkool en steenkool.

Ontginning van vaste delfstoffen vindt plaats door middel van

Dagbouw

Van buiten of van boven af is ontginning te volgen.

Bijvoorbeeld, zand en grindroeven, turf en hoog of laagveen in Duitsland bruinkool.

In Amerika steenkool                         

                                  

Dagbouw Bild(foto) Frank Glaubitz

 

 

 

 

 

Dagbouw in Pingzuhan(China) De elektrische locomotief is in de voormalige DDR gebouwd

Foto Frank Glaubitz

 

 

Stollenbouw

Nagenoeg horizontale ontginning in bergen

                                    Foto Frank Glaubitz

Hier ziet u een voorbeeld van stollenbouw. Mijnbouw in de Alpen.Ingang van de Flourit-Mijn in het Brantental in Südtirol (Alto Adige) in Noord Italie.Naast de mijn staan de resten van een mijnlocomotief.

De mijn ligt op een hoogte van ongeveer 1000 meter.

 

Schachtbouw

Loodrechte tunnels oftewel verticale tunnels.

Het afdiepen van een schacht is een van de grootste en moeilijkste ontsluitingen.

Men moet meestal door een dikke laag drijfzand heen voordat men het carboongesteente  bereikt.

Zinkschachtmethode

Dit afdiepen door het drijfzand kan op 2 manieren gebeuren.

Men gebruikt steeds grotere boorkronen en het gat wordt steeds gevuld met een dikspoeling die bestaat uit zeer natte klei.

Heeft men het gesteente bereikt dan wordt in dat met kleiwater gevulde gat dikke gebogen platen (tubings) genaamd neer gelaten die de vorm hebben van de schacht en sluiten deze waterdicht af.

Bevriezingsmethode

Het terrein rondom af te diepen schacht wordt bevroren en men kan nu met boorhamers en springstoffen aan het afdiepen beginnen.

De schachtwanden worden weer met eerder genoemde platen bekleed en daarna laat men de grond ontdooien.

 

Verdiepingen

Vanuit de schacht worden verdiepingen uitgezet in het vast gesteente.

Dan worden laadplaatsen, locomotiefloodsen (vroeger paardenstallen) en pompenkamers aangelegd.

 

Vloeibare stoffen en gassen

Door middel van pompen of laten uitvloeien door middel van buizensystemen

 

Zouten.

In de lagen wordt water geperst en op die manier opgepompt

De geschatte kolenvoorraad in Nederland tot op 1500 meter diep wordt geschat op 4.300.000.000 oftewel 4,3 miljard ton
Op aarde circa 1052.000.000.000 (1052) miljard ton.

Temperatuur

De eerste 25 meter heerst een constante temperatuur van 9 graden Daarna stijgt deze met 3 graden per 100 meter.
Ik weet niet hoe diep de mijnen in België zijn maar hier in Nederland was de diepste mijn 1058 meter. (Staatsmijn Hendrik) Dan spreekt men van 9 + (3x10) = 39 graden. In zulke temperaturen houdt geen mens stand. Dus jullie kunnen nu de temperaturen in de mijnen berekenen.
Onder de evenaar stijgt de temperatuur slechts 1 graad per 100 meter.
De stijging van de temperatuur in de ondergrond (na een afkoeling in de paar bovenste meters), de zogeheten geothermische gradiënt, hangt niet zozeer af van de geografische positie als wel van de opbouw van de ondergrond. Gemiddeld neemt de temperatuur toe met 2-3 graden per 100 m diepte. Bij aanwezigheid van sommige gesteenten (o.a. steenkool) is dit meer, bij andere gesteenten juist minder.
De ouderdom van de gesteenten speelt geen rol. Het gaat hoofdzakelijk om twee factoren. De eerste is het gehalte aan radioactieve mineralen.
De aarde zou, na zijn bestaan van ca. 5 miljard jaar, geheel zijn afgekoeld als er geen warmtebron was. Die is er echter wel, in de vorm van radioactieve mineralen. Die vervallen (de ene isotoop doet daar lang over, de andere zeer kort), waarbij warmte vrijkomt. Die warmte, die dus in de gehele aarde wordt opgewekt, troomt langzaam vanuit het inwendige der aarde naar het oppervlak (omdat het daar kouder is: via de atmosfeer verdwijnt de warmte uiteindelijk in de zeer koude interplanetaire ruimte). Hoe meer radioactief verval plaatsvindt (afhankelijk van het aantal radioactieve mineralen en hun precieze aard), hoe hoger in principe de geothermische gradiënt. Ook de mogelijkheid om warmte door te geven (de warmte-geleidbaarheid) speelt echter een rol. Die geleidbaarheid hangt ook weer van het type gesteente af. Deze twee factoren bepalen het overgrote deel van de route en de snelheid waarmee warmte vanuit het binnenste der aarde naar het aardoppervlak stroomt.

Economische waarde steenkool
Steenkool wordt voor diverse doelen gebruikt

Als huisbrand
In hoogovens
Bereiding van gas
Chemische producten

De vluchtige bestanden die steenkolen bevatten worden verdeeld in                            

Steenkool

Gasgehalte

Gasvlamkolen

37-40%

Gaskolen

37-33%

Vetkolen

20-33%

Halfvette kolen

12-20%

Magere kolen

8-12%

Antraciet

8% en minder

 

                                                               Bild Frank Glaubitz

                                                                              Dortmund ( Mijn Derne )

 

Om een steenkolenmijn te exploiteren dient men te beschikken over

1.Vergunning

2. Boortoren                                                                                     

3. Schachten, minimaal 2.Doorsnede 6 meter.             

4. Schachtbokken

5. Verdiepingen, aanleg steenposten, worden steengangen

6. Bandgalerijen, dalend of stijgend naar kolenlagen

7. Doorslag, aanvang pijler

 

Punt1.

Vergunning wordt afgegeven door de staat

Punt 2.

Boortorens zijn de voorlopers van de schacht

Punt 3.

Schachten zorgen voor de luchtcirculatie

Een schacht voor uittrekkende lucht en door verbinding met andere schacht wordt andere schacht gebruikt voor de intrekkende lucht.

Tussen deze 2 schachten worden luchtdeuren geplaatst ter voorkoming van kortsluiting in de luchtcirculatie.

Lucht zoekt altijd de kortste weg.Daarom wordt de lucht geleid via luchtdeuren zodat de zuurstof de hele mijn bereikt.

Op plaatsen waar geen doorstroming is; bijvoorbeeld aanleg nieuwe galerijen worden in de luchtstroom ventilatoren gehangen die door middel van een lekdicht buizensysteem de lucht op die plaatsen brengt.

Ook dienen de schachten voor het vervoer van mens, materieel en delfstoffen en afvoer van mijnwater

Schachten zijn ook vluchtwegen en er wordt een ladderafdeling in geplaatst.

Ladders zijn 6 meter lang en monden uit op een plateau.

4. Schachtbokken worden geplaatst als de boortorens de juiste diepte hebben

Schachtbokken bevatten 2 wielen die tegengesteld draaien waarover de kabels worden geplaatst en daaraan hangen liften.

Er is sprake van een kabel en de liften zijn aan de uiteinden opgehangen.

Gaat de ene lift omhoog dan daalt de andere lift.

Heer Koepe heeft dit systeem bedacht en men noemt dit een gesloten systeem.

Foto =is de ophaalmachine

   Koepeschijf doorsnede 5,46 meter (Foto Geon Heerlen)

Liften hebben 4 verdiepingen.

De liften worden geleid door verticale balken om slingeren te voorkomen.

De kabel is plat om in elkaar draaien (verstrengelen) van de kabel te voorkomen.

5. Vanuit de schachten worden steengangen uitgezet. En dat zijn de hoofdverbindingswegen ondergronds.

Zolang deze nog in aanleg zijn dan spreekt men van steenposten.

Als het ware doodlopende steengangen.

 

Dan dient men ook te beschikken over energie.

Daarvoor wordt perslucht gebruikt.

Toen de techniek verder was ontwikkeld werd gebruik gemaakt van electriciteit.

Perslucht wordt boven aangemaakt en via buizen bereiken deze het ondergronds bedrijf.

De lage druk heeft een capaciteit van 6 atmosfeer en dient voor het aandrijven van boorhamers, pompen en persluchtlampen

Hoge druk tot 200 atmosfeer voor de persluchtlocomtieven te voorzien van lucht.

 

Buizen voor afvoer van mijnwater.

Buizen voor sproeiwater.

.

Aanleg van rails voor locomotieven en kolenwagens.

 

Om steengangen recht te houden wordt richting uitgezet en hoogtelijnen.

Steengangen lopen in het mijnterrein vanuit de schacht gezien iets omhoog.De stijging is 1 meter per 300 meter.

Daardoor vergt het transport van materiaal en afvoer van water naar de schacht toe minder energie.

6. Bandgalerijen

Vanuit de steengangen worden bandgalerijen gedreven.

Dit kunnen hellingen of dalingen zijn en leiden naar de te ontginnen pijlers.

 

Zodra de kolen zijn bereikt volgen deze de loop van de kool.

Een pijler ligt altijd tussen 2 bandgalerijen.

Van de ene galerij wordt een verbinding gemaakt in de steenkool laag naar de ander galerij

Dus een doortocht.

Als de ontginning begint wordt deze doortocht automatisch een pijler.

 

Soorten pijlers

Handpijler: ontginning van de steenkool geschiedt met de hand en ondersteuning handmatig plaatsen. Het transportmiddel is de kettingtransporteur.Vroeger werd gebruikt gemaakt van schudgoten.

Vroeger werden de kolen losgewrikt met de hak en met de schop in de schudgoot gedeponeerd. Later werden de kolen losgemaakt met de afbouwhamer.

 Afbouwhamer ( Werkdruk 6 atmosfeer)
De dag en middagdienst ontkoolde en de nachtdienst legde de schudgoot weer tegen het kolenfront
Dat betekende dat de middagdienst de zwaarste dienst hadden omdat zij met scheppen het verst verwijderd waren van de schudgoot. 

Half mechanische pijler: ontginning door middel van ploeg of schaaf en het transportmiddel is een ketting transporteur

De ondersteuningen moeten handmatig worden geplaatst.

 

Vol mechanische pijler: ontginning door middel van ploeg of schaaf, kettingtransporteur en wandelende ondersteuning.

 Copyright Pete Clements (Engeland)

Coalcuttingmachine (Kolensnijmachine) Thoresbymijn Engeland  zie de kracht !!!!

 

Simpel: Doodlopende pijler, maximaal 40 meter lang zie handpijler.

Verder: breukpijlers kan van toepassing zijn op alle pijlers. Achter de laatste ondersteuning laat men het dak instorten.Dit is veilig want dan is de druk van de pijler af.

 

Vulpijlers: Het oude gedeelte wordt vol gespoten met gebroken stenen. De bedoeling daarvan is om ondergronds en bovengronds mijnschade te voorkomen.

Dit is het geval onder woonwijken

Dure gebouwen

Rivieren en kanalen

Niet ontgonnen bovenliggende steenkoollagen

 

Schachtveiligheidspijlers.

Om te voorkomen dat schachten worden verminkt dienen veiligheidsmarges te worden ingebouwd.

Derhalve dient de afbouw niet binnen de gestelde maten te worden gedaan. Hier onder vindt  u deze marges

 

 

Ligging pijler (wordt nog getekend)

Langspijler                 : Dan ligt de pijler in of ongeveer in de hellingsrichting van de koollaag

Diagonale pijler         : Dan ligt de pijler niet in de hellingsrichting en ook niet in de strijkrichting maar schuin tussen deze richtingen

Dwarspijler                : Dan ligt de pijler in de strijkrichting van de koollaag 


 

Dan qua helling worden de pijlers  nog ingedeeld :                                     

Tussen de   0 en 20 graden      : vlak                                      

Tussen de 20 en 35 graden      : half steil                                                                    

Tussen de 35 en 90 graden      : steil   

De Mijnmeters hebben op de gradenbogen en theodolietinstrumenten in plaats van 360 graden een schaalindeling van 400  graden

Dan is

 0 en 22 graden                       : vlak

22 en 39 graden                      : half steil

39 en 100 graden                    : steil

           

Soorten afbouw

Terugwaartse : Galerij wordt volledig gebouwd zover het kolenveld  wordt afgebouwd en afbouw pijler geschiedt naar de schacht toe.

Voorwaartse : Pijler aan begin van de bandgalerij en de galerij loopt enkele meters voor de pijler uit.

Nadeel van voorwaartse afbouw is dat er veel meer onderhoud aan de galerij moet worden gepleegd.

Kop pijler: daar wordt het materiaal aangevoerd

Voet pijler: afvoer is de richting waar de kolen naar worden afgevoerd.

Tekening:

Terugwaartse                           Voorwaartse afbouw

Afbouw

Toe en afvoergalerij zijn klaar                                stippellijnen zijn te maken galerijen

Pijl is kolenlaag                                      pijl is kolenlaag

 

 

 

Seinen

Door middel van verlichting in de pijler of lampen aan de laadbak.                                         
Belsignalen aan de schachten     
Fluitsignalen bij motoren van transportbanden

  Petlamp


Zelf seinen met de petlamp.
Er werd ook vaker op de leidingen geklopt.
Door middel van klopsignalen zijn vaker ingesloten mijnwerkers gered.

 

Opleiding

Men kan niet zonder scholing dit werk doen en daarom werd op de mijnen een terdege opleiding verzorgd.

Ondergronds werd men ook goed begeleid door de zogenaamde mijnvader.

 

Mijnbouwkundig.

Jeugdigen

Ondergrondse vakschool (OVS)

Voorloper mijnschool(MVS)

 

 Auteursrecht DSM

Installatie van OVS-ers op de Staatsmijn Hendrik .Derde van links Frits Aelmans

 

Men begint als sleper, postsleper, hulphouwer en uiteindelijk houwer.

Voorwaarde om houwer te worden

 

Met opleiding OVS ( duurt de houwersopleiding 2 jaar)

400 diensten verricht als hulphouwer

tenminste 300 diensten mijnbouwkundig frontwerkzaamheden sinds ondergrondse tewerkstelling

leeftijd 21 jaar

 

Geen ovs opleiding( houwersopleiding 2 1/2 jaar)

500 diensten als hulphouwer

300 diensten mijnbouwkundige frontwerkzaamheden sinds ondergrondse tewerkstelling

leeftijd 22 jaar

Betaling als houwer de maand volgend op het behalen van het diploma

Beiden practisch en theoretisch.

 

De Examen commissie bestaat uit 3 man.

MIR (Mijnindustrieraad) benoemt gecommiteerde  (is voorzitter lid)

De bedrijfsleiding benoemt een ondergrondse beambte

De bedrijfsleiding benoemt in overleg met de Ring een ondergronds arbeider

Bij zeer goed functioneren wordt men bevorderd tot meesterhouwer eventueel dienstdoend hulpopzichter.

 

Voor toezicht, gaat men naar de mijnschool en wordt opzichter.

Aangezien het ondergronds werk als een slijtend beroep werd aangemerkt was de pensioengerechtigde leeftijd 55 jaar.

Voor het toezichthoudend personeel 60 de bovengrondse medewerkers 65 jaar.

 

Technische opleidingen werden door de mijnen zelf verzorgd.

Dit moet ik de mijnindustrie nageven de cursussen waren geënt op het werk hetgeen men kreeg opgedragen.

Elektriciens

Bankwerkers

Technische vakschool (TVS)

                                                          

                                                          

                                                           Foto gemaakt door Harry Schoffelen Nuth

                                                           (Mijnwerker met afbouwhamer aan het werk)                                    

Verdere scholing voorSeingevers
Geologische Dienst
Mijnmeters
Ventilatiedienst
Vervoer
Schiethouwers
Scha
chthouwers

Ontgroening
Een nieuwe kompel kreeg bij de eerste dienst ondergronds de zogenaamde “koelstamp”.
Een kompel hield de schop tegen het achterwerk van de nieuweling en een ander sloeg er lichtelijk met de moker tegenop.
Had men dat ritueel meegemaakt dan was men ontgroend en als volledig mijnwerker geaccepteerd.


           

Naar ondergronds met de liftkooi.

Snelheid personenvervoer: 8 meter per seconde is omgerekend 28,800 kilometer per uur
Alles hetgeen groter is dan de lift werd onder de lift gehangen bijvoorbeeld locomotieven, motoren, gigantische ondersteuningen, pompen.
Ook was het mogelijk om via de bovenkant materiaal in de lift te schuiven en de vloeren van de etages te verwijderen zodat men een grote lift had.
Van heel groot belang was dat lang materiaal in de juiste richting naar beneden ging.
Je kon bijvoorbeeld lange buizen niet draaien in de gangen of je moest teruglopen naar een splitsing.

In de mijnbouw krijgt men te maken met het zeer gevaarlijke mijngas

Methaangas oftewel moerasgas

De kenmerken van dit gas zijn

Lichter dan lucht

Reukloos,

Smaakloos

Kleurloos

Brandbaar

Explosief

Verstikkend

De controle op aanwezigheid van de gassen geschiedde door middel van benzinelampen.)

De uitvinder van deze lamp  is Sir Humphry Davy  en wel in het jaar 1815

 

Zie beschrijving van de benzinelamp   (zie apart blad

 

Vroeger maakte men gebruik van kanaries in een kooitje.

Maar dan spreekt men eeuwen terug

Later werden daar instrumenten voor gebruikt.

Opmerking: Ook werd door reddingsploegen bij branden witte muizen meegenomen.De benzinelamp reageert niet op koolmonoxyde

 

Koolzuur

Is zwaarder dan lucht en is verstikkend

In dit geval dooft de vlam in de lamp.

 

Luchtcirculatie

De ventilatiedienst bewaakt en zorgt voor dit onderdeel.

De luchtsnelheid bedraagt 8 meter per seconde en in de pijlers 6 meter per seconde

Luchtverversing.

Een van de belangrijkste onderwerpen voor de mijnwerker is de luchtverversing ondergronds.

Daar onder wordt verstaan het toevoeren van verse lucht naar alle werkpunten.

Waarom luchtverversing

1. Het toevoeren van verse lucht voor de ondergrondse werkers

2. Het verdunnen en af voeren van de schadelijke stoffen

3. Beheersen van de temperatuur.

 

1. In het mijnregelement is opgenomen dat de hoeveelheid lucht overal in de mijn minstens 2 m3 lucht per man per minuut moet bedragen.

2. De lucht wordt bedorven door de uitgeademde lucht, het branden van benzinelampen, schietdampen, uitstromen van koolzuur of mijngas uit het gesteente, dampen van diesellocomotieven,.

3. (zie temperatuur bij onderwerp “mijnbouw”.

 

De luchtcirculatie wordt geregeld door minimaal 2 schachten. De intrekkende en uittrekkende schacht. De uittrekkende schacht bevat een ventilator die bovengronds is opgesteld.

Deze staat door middel van een kanaal in verbinding met de uittrekkende schacht.

De uittrekkende schacht wordt op de losvloer door een losse deksel afgesloten. Zou men dat niet doen dan trekt de ventilator de lucht aan via laatstgenoemde schacht. Omdat nu echt slechts eene verbinding is met de intrekkende schacht wordt aldaar de lucht aangezogen

Wanneer de kooi  (lift) de losvloer bereikt tilt deze de deksel omhoog en sluit de lift de schacht af.

De lucht die via de intrekkende schacht  naar beneden komt  moet geleid worden  zodat de hele mijn voldoende lucht krijgt.

De luchtstroom wordt verdeeld en hoofdstromen en daarna in deelstromen.

In de ene deelstroom is vaker meer lucht nodig dan in de andere, want op de ene plek werken meer mensen en ergens anders komt weer meer mijngas vrij.

Ventilatie is een moeilijk onderwerp.

De luchtstroom moet perfect geleid worden.

 

Er worden;

Luchtdeuren (zogenaamde keerdeuren)  geplaatst. (Voorschrift is dat zij “zelfsluitend “ moeten zijn).

Luchtdeuren met een schuif (zogenaamde smoordeuren) worden ook aangewend. Deze versperren de luchtstroom niet helemaal maar laten de lucht voor een gedeelte door. De opzichter van de luchtverversing bepaalt hoeveel lucht mag door stromen. De opzichter regelt de stand van de schuif.

Een deur die overbodig is mag niet open staan maar moet uit de scharnieren worden gehangen.

Werkpunten waar geen circulatie is worden voorzien van lucht door middel van  ventilatoren die in de luchstroom worden gehangen verbonden met lekdichte luchtkokers die de lucht naar het werkpunt leiden. De bezetting heeft de luchttoevoer gedeeltelijk zelf in de hand.

Zij bouwen die zelf in tot maximum 6 meter van het front.

Voor de luchtkokers mag geen kleding of gereedschap de luchttoevoer hinderen.

Wanneer zich onregelmatigheden voor doen in de luchtverversing moet dit direct worden gemeld.

 

Ondergrondse werken die niet worden geventileerd moeten worden afgesloten met muren, schotten of gestapelde houtbokken.

Er moet een minstens een kruis en een bord met het opschrift “verboden toegang” worden aangebracht als de afsluiting voor korte duur is.

Het is ten strengste verboden deze plaatsen te betreden want men stikt er gegarandeerd.

 

Stofbestrijding

Kalkzout strooien

Sproeien

Niet sloffen tijdens het lopen

Gebruik van stofmaskers

 

Water

Komt ondergronds doordat het dekterrein poreus is

Breuken in het gesteente

Ingekapseld Carboonwater

 

Mijnsteen

Wordt bovengronds gescheiden en afgevoerd naar de steenberg of hergebruikt om ondergrondse werken op te vullen.

Deze gebroken stenen worden wasberger genoemd.

 

Boren

Bij de aanleg van steengangen en galerijen boort men  25 tot 30 gaten van 2 tot 2,20 diep in het front en tegen het stof worden sproeiers gebruikt.

De geboorde gaten worden bezet met dynamiet, afgedekt met waterpatronen ter voorkoming van uitstromen van mijngas en ook om de kracht volledig op het gesteente uit te oefenen.

 

 Foto Jo Kelderman

Boorwagen bestaat uit 2 stangen bediening door 1 man

 

Schieten

Eerst schiet men het middenstuk, dan de zijkanten en daarna boven- en beneden kant van de galerij.

Men hoort slechts een knal.

 

Explosiegevaar

Door aanwezigheid van mijngas (zie mijngas)

Een explosie zou heeft grote gevolgen.

Er ontstaat een hele grote druk.

Daarom heeft men in de galerijen steenstofgrendels om de 100 meter opgehangen.

Daarop rust een mengsel van gemalen mergel-,steen- en kalkstof.

Door de druk gaat dat materiaal dwarrelen en wordt met de luchtstroom meegevoerd.

De bedoeling van dat stof is dat de ontploffing zich niet kan voortzetten via het kolenstof in de galerijen.

 

Vluchtwegen

Mijnen zijn onderling verbonden door middel van luchtsluizen

De ladderafdeling in de schacht

                                                          

                                                           H.Barbara        Barbarastraat  (Nuth)       Foto Harry Schoffelen      

Mannummer

Ieder medewerker heeft een mannummer (Vergeet mijn nummer nooit meer Wilhelmina 300)

Dagdienst ronde penning, middagdienst driehoekig en nachtdienst vierkant

Ophalen bij de portier, afgeven aan de schacht en innemen aan de schacht.

Blijft penning achter dan wordt geïnformeerd of er sprake is van overwerk, is dat niet het geval dan gaat men in het badlokaal kijken,

Hangen daar de kleren  waar men mee naar de mijn komt dan is men nog ondergronds en er wordt een zoekactie gestart.

Zijn de werkkleren aanwezig dan heeft men het mijnterrein verlaten zonder zich af te melden en er volgt een boete.

De diensten werden aldus in de portierslijsten aangebracht

 Pennngen van de Staatsmijn Emma (boven de 7000 bovengronds daar beneden ondergronds nummer)

 

 

Toilet

Ondergronds heeft men tonnen, kiebels genaamd.

In verband met de hygiëne worden deze regelmatig verwisseld.

 

Badlokaal

Daar worden de kleren aan een haak opgehangen en daarna omhoog getrokken met een ketting

Na de dienst moet men zich douchen.

Wassen is verplicht

 

Nat werk

Werkt men in natte afdelingen dan krijgt men extra betaald of men mag eerder naar huis

Omdat slechts een keer per week de kleren worden gewassen, wordt men in de gelegenheid gesteld de kleren te laten drogen in de droogruimte.

 

 

Foto:Frank Glaubitz  (Houllieres Bassin de Lorraine - Mijn La Houve II)

 

Controle schachtkabels

De kabels zijn niet massief maar bestaan uit strengen.

Er is voor geschreven dat zij 8 maal meer de belasting moeten kunnen verdragen dan zij moeten dragen.

U moet zich voorstellen dat een kabel die 1 kilometer lang is zijn eigen gewicht niet meer kan dragen.

Ze wegen namelijk 25 kilogram per meter.

Kortere kabels wegen ongeveer 18 kilogram per meter.

De controle vindt plaats door middel van een wollen handschoen langs de kabel te houden als deze omhoog of omlaag ging.

Bleven pluizen aan de kabel hangen dan waren er breuken en werd deze afgekeurd.

 

Seinen

De seingever ondergronds seint en het signaal wordt opgevangen door seingever op de losvloer.

De laatstgenoemde seingever geeft sein door aan de ophaalmachinist en de laatstgenoemde zet de ophaalmachine in beweging .

 

  Seinen aan de schacht (Geon Heerlen)

 

Bij op of neerbraken is ook een seingever aanwezig.

Is personenvervoer toegestaan en er is geen seingever aanwezig dan wordt de ophaalmachinist verwittigd door 4 kloppen voor te seinen.

 

Controle berg (dak oftewel plafond)

Dak controleren door middel van kloppen.

Hol of dof dan is er sprake van slecht dak of er hangt een klok en dan dreigt gevaar.

Deze kunnen verschillende vormen hebben.

Klokken zijn als volgt ontstaan, toen de bomen omvielen bleef aan de bovenkant van het wortelbed aarde hangen.

De aarde versteende maar omdat deze geen houvast had met het omliggende gesteente zijn dit zwakke plekken en bij het ontkolen vallen die naar beneden.

Hoort men een helder of hard geluid bij het kloppen dan bestaat het dak uit vast gesteente en is de werkplek dus veilig.

 

Werktijden

Acht uur ondergronds en effectieve werktijd acht uur minus reistijd

Vijfdaagse werkweek

Dagdienst aanvang 6 uur middagdienst 14 uur en nachtdienst 22 uur

Later 7.00 15.00 23.00 uur.

Er kan ook sprake zijn van tussendienst bijv die van negen uur

 

 

                                                          

                                                                      

 Foto Frank Glaubitz

                                                                       Schacht Haltern ½  1000 meter Verdieping

Vervoer door paarden

Tot rond 1937 maar het kan ook verschillen per mijn, werden paarden gebruikt

Het was natuurlijk een hele onderneming om deze dieren naar beneden te transporteren.

Als volgt werd gehandeld

Zij werden in een lederen tuig gepakt

Er werd een zak over hun hoofd geplaatst

De benen bij elkaar gebonden

Aan de borstkant onder de lift gehangen

En zo heel kalm naar beneden gelaten.

Zij werden aangekocht als zij 5 jaren oud waren en de schofthoogte was 1,50 meter.

Gedurende 10 jaren bleven zij beneden en gingen daarna meestal slechtziend, naar blindheid is geen onderzoek, ingesteld naar boven .

De rest van hun leven mochten zij bij een boer van hun oude dag genieten., .

Ze werden heel goed verzorgd maar liepen verwondingen op door zich te stoten, hoefziekte door tussen de rails zich te verwonden of wagens die achter op de hielen liepen.

                                                 Vervoer paard naar ondergronds

 

Klik op Grubenpferd  voor de foto transport van paard naar ondergronds :   Ein Grubenpferd !

 

Klik op Grubenpferd voor de foto paard verdwijnt in schacht  Ein Grubenpferd 2

 

Ondersteuning

Hout               

IJzeren ondersteuningen in de pijlers zijn bijvoorbeeld

                                              

Titanstijlen :Voordruk 4 ton einddruk 40 ton  (40.000kg per vierkante centimeter)

Schwarzstijlen

Jacobsstijlen

Gerlachstijlen

Haarmankappen

            Hydraulische stijlen

            Wandelend bouwwerk:

Werking door middel van water en oliedruk

            Het principe is gebaseerd op de wet van Pascal

Oliën beschikken over voldoende smerend vermogen om de hoge belasting tussen de schuivende onderdelen van hydraulische hoge druksystemen te kunnen weerstaan

De olie is voor de smering, koeling en om roestvoering in het binnenwerk te voorkomen.

Het water is om de druk uit te oefenen

Foto Jo Kelderman(Nuth) Steenkolenmijn

Merk:Glöckner Ferromatik                                                                     Valkenburg                                                                  

Dan nog het merk Westfalia

Verdere ondersteuningen

In Steengangen            - möppelbouw

                                   - jukbouw

                                   - kokerbouw

                                   - tunnelbouw

Bandgalerijen               - jukbouw

                                   - rolkappen

                                   - houtbokken

                                   - ijzeren bokken

Muizen.

Wij hadden ook te maken met muizen ondergronds.
Hoe kwamen die kameraden beneden
Op de materiaalterreinen kropen die vrienden tussen het hout en ijzer.

 

Muisjes op de 1000 meterverdieping  (Deze verhongeren niet)

Der Mäuse-Coach ist Wolfgang.Wir hängen das Futter manchmal hoch,damit die Mäuse hochspringen müssen.Das ist gut für die Kondition und Muskulatur,ausserdem werden die Mäuse dann nicht fett.

Vaker werd het voer een korte tijd hoog opgehangen. De muizen moesten dan springen. Dat is goed voor de conditie en spieren en bovendien werden ze dan niet dik.

Opmerking : ze werden niet gekweld!!
Als nu het materiaal ingeladen werd en zij niet meer konden ontsnappen kwamen zij aan en verstopten zich.
Het waren onze vrienden, waar zij waren was zuurstof genoeg en dus was het veilig.
Zij waren onze vijanden als wij de boterhammen niet goed ophingen gingen zij gangen en pijlers daarin maken.

Ook hebben dieren een 7e zintuig.

Wij zagen ze niet maar wisten dat zij aanwezig waren.

Vluchtten zij in getale dan stond iets te gebeuren en wij verlieten ook het pand.

Waarom werden de Steenkolenmijnen gesloten?
Ontginning is ontzettend duur, Het aardgas werd gevonden, De olie werd aangeprezen, Er was sprake van kernenergie. En de kolen uit Amerika waren nog goedkoper inclusief transport naar de Europese havens als dat wij ze hier naar boven haalden.
Waarom is aldaar de ontginning goedkoper:Zij maken gebruik van dagbouw
Door gebruik te maken van bovenstaande energiebronnen werden in Belg
ië 40000 en in Nederland 45000 man werkloos.

Bruinkool nog volop in Duitsland in de belangstelling !!!

Foto Frank Glaubitz (Bagger Te Paffendorf no 259)

Hier is de bagger op weg van de ene bruinkoolgroeve naar een andere groeve.Ziet u hoe gigantisch groot  deze machine is .Let op de verhoudingen  van mens en machine!!!

Sage van het ontdekken van steenkool (wordt in meerdere landen verteld)

In de 15 e eeuw waren in Rolduc bij Kerkrade herders hun schapen aan het hoeden

’s Avonds werd een vuur aangelegd en de jongste moest dit vuur bewaken.

Hij viel in slaap en vergat hout op het vuur te gooien.

Toen iedereen wakker werd bleek het vuur nog altijd te branden op een zwarte stof

Het bleek steenkool te zijn.

Mijnwerkersziektes.

Silicose oftewel stoflongen


Oogsidderen. (Nystagmus) : Als men veel van het donker in het licht kijkt.
In het verleden hadden de mijnwerkers geen petlampen maar hingen een lamp op.
Dan met het draaien van het hoofd naar donker en licht liep men deze ziekte op.Het voordeel van de petlamp is dat waar men het hoofd naartoe bewoog ook beschikte over licht.


Kruipknieën
Mijnwerkers moesten heel vaak de hele dienst op de knieën doorbrengen.Dit leidde tot de zogenaamde kruipknieën.Heel irritant want de knieën gingen zwellen hetgeen heel pijnlijk was.

Met tillen moet je heel goed opletten want dat kan leiden tot rugklachten en liesbreuken.

 

Mijnworm komt voor in ingewanden en leidt tot hevige bloedarmoede.

Daar werd men ook op gecontroleerd. 

Mijnwaterproject
Nadat alle Nederlandse en aanliggende Duitse mijnen zijn gesloten wordt het mijnwater niet meer naar boven gepompt.Dat betekent ook dat hetgeen intact is ondergronds niet verder aan verval onderhevig is.
Gezien de hoge watertemperatuur is men van plan het water naar boven te brengen en als stadsverwarming te gaan gebruiken

Verdiepingen/Gevestigd)      Alle informatie en foto’s vindt u op de site van de TU Delft (zie link homepage)

Staatsmijn Wilhelmina          162-253-331- 420- 506-785 meterverdieping

(Terwinselen-Kerkrade)                                  Had ook een Harmonieorkest        

Staatsmijn Emma                  259-325-420-546-700-steendaling naar de 800.Schachtdiepte 1000 meter   

(Hoensbroek)                        Had ook een Harmonieorkest                                

Staatsmijn Maurits               391-455-548-660-810

(Geleen)                                  Had ook een Muziekkorps

Staatsmijn Hendrik               272-316-401-537-636-730-855-1008.Schachtdiepte 1058 meter

(Brunssum)     

                                              

Oranje Nassau 1                   138-168-250-340-420

(Heerlen)

                                                Foto Jean Weijers (Geon Heerlen)

                                               Had ook een Harmonieorkest

Oranje Nassau 2                   163-210-225-260/320-360/390-430

(Schaesberg)

Oranje Nassau 3                   225-318-420-545-700-825

(Heerlerheide-Heerlen)

Oranje Nassau 4                   240-340-420-545

(Heksenberg-Heerlen)            

Willem Sophia                       105/180-217/240-296-395-485-590

(Spekholzerheide-Kerkrade)

Julia                                       303-365-540

(Eijgelshoven)

Laura                                     120/128/153-183-274-378-550-680

(Eijgelshoven)

Domanialemijn                      150-200-260-330-380-500 meterverdieping .Zie verder bij vervoer Mike Körver

(Kerkrade)

                                                Had ook een Bergkapel  (Muziekkorps)   

Gelukkig wordt het Cultureel Erfgoed nu nog overgedragen aan de jongere generatie.

Dit is “Mijnbouw” anno 2005 “Mijn Achenbach” Kompel Wolfgang Schubert  (hartelijk dank) Meer foto’s volgen.